Niet meteen panikeren — vuur ontstaat in de meeste gevallen enkel door gebruikersfouten. Het is belangrijk om de accu steeds met de originele laadadapter op te laden. Koop nooit opladers die niet gecertificeerd zijn en niet door de fabrikant van je elektrische fiets aangeraden worden. Label je lader om te voorkomen dat je per ongeluk de verkeerde gebruikt. En weet dat zelfs binnen eenzelfde merk er heel wat ladertypes circuleren die je niet zomaar door elkaar mag gebruiken.
Met volgende voorzorgsmaatregelen herleid je de kans op brandschade tot quasi onbestaand.
- Kijk na een val van de batterij of de fiets steeds na of de batterij(behuizing) geen schade vertoont.
- Laad de accu van je elektrische fiets in een droge, niet te warme en niet te koele omgeving op. Tussen 10 tot 25 graden Celsius is een optimale omgevingstemperatuur. Neem een uitneembare accu in de winter dus bij voorkeur mee naar binnen om hem op te laden. Fiets op de fietsdrager? Leg de accu dan in de kofferbak. Op deze manier wordt hij niet blootgesteld aan kou, hitte of regen.
- Laad je fietsbatterijen enkel op in een ruimte die met een rookmelder werd uitgerust. Beperk het brandbare materiaal rondom je elektrische fiets. Blijf tijdens het laden zo veel mogelijk in de buurt.
Lees verder onder de afbeelding …
Altijd aan de lader?
Zoals zoveel in het leven — het hangt ervan af. Voor oudere accutypes was dat beter, maar voor de huidige lithium-ion-, lithium-polymeer- en lithium-ijzerfosfaat-accu’s is dat niet meer het geval. Het is zelfs beter om het ding niet helemaal vol te laden. Helemaal laten leeglopen is ook nefast.
De meeste accu’s en acculaders zijn uitgerust met een zogenaamd ’battery management system’, dat veel denkwerk uit handen neemt. Het systeem houdt nauwlettend de hoeveelheid energie in de batterij in de smiezen en past de laadsnelheid voortdurend aan om beschadiging aan de verschillende deelaccu’s te voorkomen. Zo laden accu’s sneller op wanneer ze leeg zijn. Vanaf het moment dat de batterij een tachtigtal procent van zijn maximumlading bevat, gaat het verderladen een stuk trager. In het jargon heeft men het over druppelladen.
Afhankelijk van je batterij- en ladertype kan je sommige accu’s dan ook in de lader laten zitten wanneer je de elektrische fiets niet gebruikt. Zodra de accu vol is, stopt de lader vanzelf met laden en begint ‘ie pas weer als een bepaalde hoeveelheid energie eruit is. Bij andere accu’s wordt echter aangeraden de accu te ontkoppelen zodra deze vol is.
Volg steeds het laadadvies dat je bij je fiets hebt meegekregen. Moet je ‘m loskoppelen, heb je vast wat aan volgende tips.
- Laad de accu eerst op tot minstens 50%.
- Laad de accu iedere twee weken weer op tot minstens 50%.
- Bewaar de accu altijd in een droge plek en op kamertemperatuur — tussen 10 graden Celcius en 25 graden Celcius.
Wat bij beschadingen?
Heb je je e-bike of batterij laten vallen of heb je een aanrijding gehad? Controleer de batterij dan op beschadigingen. Merk je een lekkende vloeistof, een overmatige hitteproductie, een sterke geur, rook of vonken bij het opladen op? Haal de batterij dan meteen van stroomnet.
Let op — soms is de schade niet meteen zichtbaar! Twijfel je? Neem geen risico en laat de controle over aan een gerenommeerde fietsspecialist. Herstel je batterij nooit zelf.
Niet echt stuk, maar …
Zie je de capaciteit van je accu rit na rit sneller teruglopen? Dan is het verleidelijk om je fietsaccu te (laten) reviseren. In eerste instantie is dat goedkoper dan een nieuwe accu, maar niet alle revisiebedrijven doen hun werk even goed. Een slecht gereviseerde accu gaat zo in ijltempo weer achteruit, waardoor je alsnog een nieuwe moet kopen. Revisie raden we dus niet aan. Is je fietsaccu aan vervanging toe, koop dan een nieuwe.
Laat je oude accu achter bij je fietshersteller, of lever ze in bij het recyclagepark. Defecte accu’s bewaar je in afwachting best op een veilige plaats — buiten, bijvoorbeeld.